Beuk

Fagus sylvatica (bot.)

Beech (Eng.)

Hêtre (Frans)

Buche (Duits)

 

Fagaceae - beukenfamilie

beuk in avondlicht

 

I'd like to have a garden with a beech tree on the lawn;

The little birds that live there would wake up me at dawn.

And in the summer weather, when all the leaves were green,

I'd sit beneath the beech boughs and see the sky between.

 

( Rose Fyleman)

 

De beuk is één van de prachtigste, inheemse woud - en parkbomen. Zij wordt ook wel de Moeder of de Koningin van het Bos genoemd om haar warme uitstraling en gracieus en verfijnd voorkomen. Volgens de Engelse sjamaan Dusty Miller zou zij troost geven aan mensen die haar opzoeken. Ik denk dat de bouwers van de gotische kathedralen geïnspireerd zijn door beukenbossen.

De beuk symboliseert wijsheid en moederlijke warmte.

 

Verspreiding

De beuk is algemeen in loofbossen van het laagland tot in het gebergte (tot 1600 m). Zij houdt van een vochtig klimaat met zachte winters en een voedingrijke bodem. Zij groeit op zand - en kalkbodem. Beuken vinden we overal in Europa. In Zuidoost-Europa vinden we eerder de Oosterse beuk (Fagus orientalis), die een gegroefde schors heeft.

In Duitsland is de beuk de belangrijkste boomsoort. De grootste beukenbossen vinden wij in de Zuid-Duitse Vooralpen, Bayrischer Wald, Schwäbische Alp, Pfälzisches Bergland, Odenwald,  Spessart en oostelijk Schleswijk-Holstein. De indrukwekkende beukenbossen daar worden ook respectvol ‘Buchendome’ (beukenkathedralen) genoemd. Beuken groeien vaak in combinatie met eiken, bergesdoorn, fijnspar, zilverspar en douglas.

In Nederland vinden we beuken vooral op de Veluwe, op verschillende plaatsen ook vrijstaande beuken. Beuken zijn geschikt als laanbomen. Mooie beukenlanen vinden we in de provincies Utrecht en Gelderland.kiemend beukennootje

 

 

 

Naamgeving

Het woord beuk is afgeleid van bos of beoce ( Sanskriet=oude Indiase taal) en betekent zowel boek als boom. Runentekens werden in de oudheid vaak gekerfd in beukenschors of er werden staafjes van beukenhout gegooid om daaruit te lezen. Vandaar ook de Duitse woorden Buche en Buchstabe (letter).

Het Latijnse woord fagus  en Griekse woord phagein betekent eten en heeft te maken met de eetbare vruchten. Sylvatica betekent van de bossen.beukenbloemen Nederlandse volksnamen zijn: biek, buuk, boeke, beukelaar, bokkenboom.

De beukennootjes worden ook wel boekels genoemd.

Plaatsen die met beuken te maken hebben, zijn o.a. Boekel (N.Br.), Boekelo (Ov.) en Boekhoute (Vlaanderen).

Het Engelse Buckingham is afgeleid van beuk. In Roemenië, waar veel beukenbossen te vinden zijn, hebben plaatsen als Boekowina en Boekarest met beuken te maken.

 

Mythologie

In de Germaanse mythologie is de beuk gewijd aan de oppergod Odin. Volgens een Germaans ritueel goot men  bloed van offerdieren over de stam van een beuk met rood blad, opdat de boom niet zou sterven. beukennootjes in de winter

Bij de Romeinen was de beuk gewijd aan Jupiter. De heuvels van Corne in Tusculum die bedekt waren met beuken, waren gewijd aan Diana, godin van het woud, de dieren en de maan. Offervaten werden van beukenhout gemaakt.

 

Volksgebruik

Om erachter te komen hoe het weer in de winter zou worden, hakte men op Allerheiligen (1 november) in een beuk. Bleef de wond droog, dan moest men met een strenge winter rekening houden. Beukenhout, geslagen met nieuwe maan, is duurzaam en wordt niet door de houtworm bevallen. Een stuk beukenhout dat je bij je draagt, beschermt je tegen ongeluk en stimuleert je creativiteit. Het drinken van water uit een holle beuk zou schurft en andere huidziekten genezen. Als er veel beukennootjes zijn, zal de winter streng worden.

 

Plantkenmerken

De beuk hoort net als de inlandse eik en mediterrane tamme kastanje tot de napjesdragersfamilie (Fagaceae). De vrouwelijke bloemsteel groeit namelijk uit tot een napje.

Deze loofboom kan een hoogte van 40 m bereiken. In de bossen staan de stammen hoog opgericht, zonder veel takken. Maar vrijstaande exemplaren blijven kort en krijgen een grote, brede kroon. beukennootjes

De gespreide, gesteelde bladeren staan in twee rijen en zijn eivormig tot elliptisch spits. De randen zijn zwak gegolfd, eerst zijdeachtig behaard, later kaal. Zij vormen vanaf de basis van de tak een zogenaamd ‘bladmozaïek’,d.w.z. dat zij een gelijkmatig verdeeld bebladerd vlak vormen. Daardoor kan de boom een grote hoeveelheid licht absorberen en kunnen we daardoor onder een beuk van schaduw genieten.

In een beukenbos vinden we op de grond slechts voorjaarsbloeiers (anemonen en kleine bolgewassen) voordat de beukenbladeren uitgelopen zijn. De beukenbladknoppen zijn slank en spits. De knoppen die ook bloemen bevatten zijn dikker en langer. De zijdeachtige beharing van het jonge blad voorkomt uitdroging en beschermt tegen de nachtvorsten, want de beuken lopen uit tijdens de Ijsheiligen.

Gedurende de winter blijft vaak veel blad aan de boom hangen dat pas afvalt wanneer het nieuwe blad uitloopt.

De beuk is eenhuizig. De mannelijke katjes zijn veelbloemig en hangen aan lange stelen. De vrouwelijke zijn tweebloemig, kortgesteeld en omsloten door een deksel met vier klepjes, het napje. treurbeuk

Binnen het napje ontwikkelt zich het zaad, het beukennootje. Het is driekantig en bruin. Het bevat twee opgevouwen kiembladen die sterk oliehoudend zijn. Bij het ontkiemen komen deze boven de grond.

Jaren met veel nootjes wisselen af met jaren met weinig nootjes. Op een warme zomer met een rijke bloei volgt een goede oogst. Na een rijk beukennootjesjaar is de grond van beukenbossen in het voorjaar bedekt met de groene kiemplantjes die voor het voortbestaan van het bos zorgen.

De stam is lichtgrijs tot grijs, dun en glad en ontwikkelt ook bij het ouder worden geen schubben. Sommige oude exemplaren (steenbeuken) krijgen scheuren in hun schors.

 

Gebruik

Vroeger werden beukenbossen speciaal voor de jacht aangeplant, omdat de noten aantrekkelijk zijn voor wilde zwijnen. Uit die tijd dateren de uitgebreide beukenbossen in Frankrijk, Duitsland en Denemarken. Daarnaast diende beukenhout als brandhout en de nootjes als veevoer. Uit beukenhout werd in zogenaamde ‘meilers’ houtskool gebrand. Potas werd voor de vervaardiging van glas geproduceerd. Het zware en harde beukenhout ( wit met een rode weerschijn) wordt gebruikt om meubels, parket, dorpels, fineer enz. te maken. Het is weinig elastisch en gaat bij wisselende vochtigheid gemakkelijk werken. Om dit tegen te gaan, wordt het hout gestoomd. Dit gestoomd hout wordt gebruikt in de wagenmakerij, voor gebogen meubels en parketvloeren. Het afvalhout is zeer geschikt als brandhout, b.v. voor het stoken van ovens en het roken van vis. Uit de beukennootjes kan men olie persen. Het wordt gebruikt in de voedingsindustrie en voor de bereiding van zepen. Het is vooral geschikt als lampenolie.

Beukenbladeren dienden vroeger ook wel als vulling voor matrassen.

I

n de natuurgeneeskunde wordt beukenschors gebruikt tegen koorts en ontstekingen. Beukenblaadjes kan men op ontstekingen leggen. Tegen pijn aan het tandvlees, lippen of kiezen kan men op de blaadjes kauwen. Beukennootjes zijn eetbaar. Wanneer men er te veel van eet, kan dit leiden tot buitengewone vrolijkheid, gevolgd door hoofdpijn en misselijkheid. Dit komt door de zwak narcotische stof fagine.

Chinese beuk( Fagus engleriana)

 

Soorten

Er bestaan ca. 10 beukensoorten. Een aantal  wordt bij ons als sierbomen aangeplant. Bekend zijn onder meer ‘Atropunicea’, verzamelnaam voor alle vormen met bruinrode bladeren.

De treurbeuk ( ‘Pendula ‘) heeft hangende twijgen waarvan de uiteinden de grond raken en daar zelfs kunnen wortelen.

De varenbeuk ( ‘Asplenifolia ‘) heeft diep ingesneden blad .

De Chinese beuk (Fagus engleriana) wordt 15 m hoog en heeft een brede, eironde kroon. De bladeren hebben een spitse bladtop en zijn blauwachtig groen.

Amerikaanse beuk (Fagus grandifolia) wordt 30 m hoog en heeft een breed spreidende kroon. Opvallend is zijn zilvergrijze, gladde bast. De bladeren zijn opvallend groot.

De Oosterse of Kaukasische beuk (Fagus orientalis) is een snelgroeiende boom van minstens 30 m. Hij is inheems in Zuid-Europa, Klein-Azië en Noord-Iran. De nootjes hebben een borstelvormig omhulsel.

 Amerikaanse beuk( Fagus grandifolia)    Kaukasische beuk (Fagus orientalis)    nootje van de Kaukasische beuk

 

 

Startpagina                Lees ook voedende beuk