Berk
Betula (bot.)
Birch (Eng.)
Bouleau (Frans)
Birke (Duits)
Betulaceae - berkenfamilie
De berk is een mysterieuze boom. Hij is de boom van het noorden en speelt in tal van sagen en mythen een rol. Geen boom is zo winterhard als de berk die zelfs ten noorden van de poolcirkel groeit. Ondanks zijn sierlijke uiterlijk is hij toch één van de taaiste bomen die met harde winden meebuigt. In het noorden van Scandinavië en Rusland vindt men oude berkenbossen, die men oerbossen zou kunnen noemen. Op de ruige toendra's komen ook struikvormen voor.
De berk is de heilige boom van de Siberische volkeren. De geest van de berk is een rijpe vrouw die af en toe vanuit de wortels verschijnt. Als een mens van haar melk gedronken heeft, vertienvoudigt hij zijn kracht.
Bij de Finnen zit de wereldgeest als adelaar op de berk. Voor der Germanen was de berk de boom der wijsheid. Zij kenden aan bladeren, twijgen en sap magische en geneeskrachtige eigenschappen toe. Zij geloofden dat berken de aardse behuizing vormden van de godin Freya. Bij de Kelten is de berk gewijd aan Bergha of Bridged, godin van dichtkunst, waarzeggen, geneeskunst en smeedwerk. De heilige Bridged van Kildare was godin van wedergeboorte, vuur en vegetatie. Op 1 februari wordt in Ierland nog steeds het feest van de Heilige Bridged gevierd. De Keltische Druïden gebruikten berkentwijgen bij inwijdingsrituelen
Plantkenmerken
De berk is een sierlijke en elegante boom met opgaande of hangende takken, prachtig in het voorjaar met haar lange, hangende katjes, het lichtgroene blad en de meestal witte bast. Een vriendelijke boom ook, symbool van fijnheid en bekoorlijkheid. Zij wordt ook wel Lady van het Woud genoemd of de Witte Vrouw met de groene sluier. In de Scandinavische landen vereert men de berk als boom van het licht, de nieuwe lente.
Naamgeving
Het woord berk is afgeleid van het Oudindische woord bharg wat glanzend betekent en waarschijnlijk betrekking heeft op de witte bast. Anderen zeggen dat het komt van het Indoeuropese woord bhirg, waarvan de naam Brigitte, mijn eigen naam, zou zijn afgeleid. Betula heeft te maken met het Keltische woord betu wat slaan betekent en betrekking heeft op het slaan met berkentakken op het lichaam na een sauna - bezoek om de bloedsomloop te stimuleren. Nederlandse plaatsen als Berkel-Rodenrijs, Berkel, Berlicum duiden op oorden waar veel berken groeiden.
Gebruik
Berkensap wordt gebruikt bij de bereiding van zalven, shampoos en haarwater die huid en haar moeten verjongen. Ook zou berkensap aan een mens nieuw elan geven. Berkenbladeren die in het voorjaar geplukt worden bevatten naast harszuur en kalizout ook saponine. Saponine is een stof die genezend werkt bij reuma, blaas - en nieraandoeningen. Berkenbladthee werkt vochtafdrijvend.
Berkenblad dient ook als verfmiddel voor wol. Door onder een wigvormige insnijding in de stam aan de zuidwestkantkant een blikje te bevestigen, kan berkensap getapt worden. Berkensap smaakt zoet en kan puur gedronken worden. Het helpt bij lusteloosheid en voorjaarsmoeheid. Het kan ook als alternatief voor honing en suiker gebruikt worden. Men kan er ook wijn van maken.
Met een aftreksel van berkenknoppen kunt je het lichaam reinigen en de spijsvertering bevorderen.
Biologische tuinders hebben vastgesteld dat de vorming van compost wordt bevorderd als men berken rond de compostplaats plant. Dit komt door de stoffen die de berkenwortels afscheiden. Compost waarin veel berkenblad verwerkt is, kan een uitgeputte grond weer tot leven brengen.
In Scandinavische landen en de Sovjet-Unie worden mensen na de sauna met berkentakken afgetuigd om daarna met nieuwe energie het dagelijkse leven voort te zetten. Oude Nederlandse boeren herinneren zich dat de koeien na de winter, wanneer ze uit de stal in de weide worden gedreven, met berkentakken werden geslagen om daardoor hun vruchtbaarheid te bevorderen.
Berkenhout is licht en heeft meestal kleine bruine vlekjes die in ringen gerangschikt zijn. Het wordt verwerkt in triplex dat gebruikt wordt voor het vervaardigen van meubels en parket. Eenvoudige huizen werden vroeger niet met pannen maar met berkenschors en een laag aarde bedekt. Daar kwam geen druppel water doorheen. In de bosbouw is de berk belangrijk voor de beplanting van woeste gronden. Hij wordt daar als pionierboom gebruikt.
Een bijzonderheid
In de toppen van berken zien we vaak merkwaardige, dicht opeen gegroeide takken bossen, de zogenaamde heksenbezems, door zwammen veroorzaakte dwergvormen. Hierop zouden heksen door het luchtruim vliegen.
Sagen, sprookjes en volksgeloof
Een oud Fins lied beschrijft hoe berken klagen en wenen omdat kinderen elke lente opnieuw hun stammen openrijten en uit hun buik de levenssappen roven; dat de herders uit hun witte gordels korven maken, de meisjes hun takken afsnijden om er bezems van te binden. Bonifatius noemde de berk een duivelse boom omdat hij hoopte daarmee de heidense gebruiken uit te roeien. De berk is de boom van heksen en witte wieven. Als men iemand een berkenkrans geeft, is dit een teken van liefde (beschreven in middeleeuwse gedichten uit Wales). Gedroogde berkenbladeren werden in de wieg van een verzwakte baby gelegd.
In Scandinavische landen vieren de mensen het lentefeest in het berkenbos zodra de blaadjes verschijnen. In veel dorpen en steden is het meiboom-halen een volksfeest, bij de Kelten bekend als Beltaine. De meiboom wordt uit het bos gehaald, van zijn bladeren ontdaan, met guirlandes versierd en in het centrum van het dorp, vaak naast de kerk, overeind gezet. Ik zie ieder jaar een meiboom staan naast de kerk in Noorbeek ( Zuid-Limburg). In Rusland hakken boeren op donderdag na Pinksteren een jonge berk om en versieren deze met vrouwenkleren, linten, bloemen en eieren. De Tartaren vreesden berkenbossen omdat zij dachten dat de donder tegen de stam zou stuiteren en hun zo zou treffen.
Soorten en hun kenmerken
De berk is een bladverliezende, eenhuizige boom die van vochtige voeten houdt. Zij groeit graag in broekbossen, vaak in gezelschap met de zwarte els. In ons land komen er in de wilde natuur vier soorten voor, de ruwe berk (Betula verrucosa of pendula), de zachte berk (Betula pubescens), de kruising van beide en de zilverberk (Betula alba). Betula pendula 'purpurea' is een roodbladige berk.
Betula pubescens is de zachte soort. Pubescens komt uit het Keltisch en staat in verband met de behaarde, jonge twijgen. Haar opgaande takken zijn minder buigzaam dan die van de ruwe berk. Haar bladknoppen zijn groot en kleverig. Zij bloeit in april/mei met hangende mannelijke en vrouwelijke katjes. De zaden zijn wat groter dan die van de ruwe berk.
De Karpatenberk (Betula pubescens ssp. carpatica) is een soort die we in het Europese middengebergte en het Oostzeegebied vinden. Het is een boom van voedselarme zand-en veenbodems. Terschelling heeft een grote oppervlakte aan Karpatenberkenbos.
De lage berk (Betula tortuosa) is een berkensoort die in Scandinavië inheems is.
Betula verrucosa, de ruwe, betekent met wratjes bedekt, omdat zich op haar jonge twijgen fijne, harsachtige wratjes bevinden. Door haar gegroefde stam ziet zij wat grover uit. De ruwe berk kan 30 m hoog worden en is herkenbaar aan haar hangende takken. Zij wordt ook wel treurberk genoemd. Tijdens haar jeugd is de stam geelbruin en glad, bij het ouder worden wit. Er ontstaan opvallende dwars staande kurkporiën. Zij verliest dan lange, lintvormige baststroken die op papier lijken.
De Chinese rode berk (Betula albosinensis) is een kleinbladige berk die inheems is in de bergen van West-China. De overhangende twijgen hebben een roodbruine kleur. De schors is roodbruin en bladdert af.
De gele berk (Betula alleghaniensis), inheems in oostelijk Noord-Amerika is een snelgroeiende boom met een smalle, spitse kroon. Hij kan 20 m hoog worden. Schors en takken zijn geelbruin.
De goudberk (Betula ermanii) heeft een ronde, meerstammige kroon, geelwitte schors die in geelwitte stroken afbladdert. Hij is inheems in Noordoost-Azië en kan een hoogte van 20-30 m bereiken. Hij groeit in zijn thuisland op rotsige bodems, vaak ook als struik.
De suikerberk (Betula lenta), inheems in Noord-Amerika, groeit in berggebieden op vruchtbare bodem. Twijgen en bladeren worden in de cosmetica-industrie gebruikt om etherische olie te winnen.
De grootbladige Japanse berk (Betula maximowicziana) is een meerstammige boom met zware gesteltakken. De bast is in het begin glimmend oranjebruin en wordt later grauwwit afbladderend.
De zwarte berk (Betula nigra) heeft een ronde kroon, roodbruine en sterk afbladderende schors die later bruinzwart wordt. Hij heeft een grillige groeiwijze. Hij werd geïmporteerd uit het oostelijk deel van USA.
De papierberk (Betula papyrifera), inheems in Canada en Alaska, heeft een helderwitte schors die in papierdunne stroken afbladdert.
Lees ook Berk der Sjamanen