Amberboom
Liquidambar styraciflua (bot.)
Sweet of red gum, ambar wood (Eng.)
Copalme d’Amérique (Frans)
Amberbaum , Storaxbaum, Seesternbaum (Duits)
Hamamelidaceae – toverhazelaarfamilie
Er zijn weinig bomen die in het najaar zo imposant verkleuren als de amberboom. Met zijn geeloranje, wijnrode of dieppurperen bladeren is hij wekenlang een sieraad in tuin of park.
Herkomst
Inheems is de amberboom in Centraal - en Oost-Amerika en Mexico. Hij groeit daar in gemengde, vochtige bossen langs rivieren.
Naamgeving
Het woord amberboom heeft te maken met het gomhars (amber) die door insnijding uit de bast gewonnen wordt. Het woord liquidambar is afgeleid van het Latijnse liquidus wat vloeibaar betekent. Styraciflua duidt op de gelijkenis met de Amerikaanse Styrax.
Plantkenmerken
De amberboom is een bladverliezende boom die 25 m hoog kan worden. Maar dat duurt lang, want hij is een langzame groeier. De kruin is in het begin smal en kegelvormig, later breed en gewelfd.
De bladeren lijken sterk op die van de esdoorn. Het verschil is dat zij dieper ingesneden zijn en op lange stelen staan. De randen zijn gezaagd. Aan de bovenkant zijn zij glanzend donkergroen en hebben fijne haartjes in de hoeken van de bladnerven. De takken van oudere bomen zijn vaak bezet met markante ‘gevleugelde’ kurklijsten.
De bloemen, die in mei verschijnen, zijn onopvallend. Daaruit ontwikkelen zich (aan een volwassen boom) 3 cm grote, ronde vruchten die vaak tijdens de hele winter aan de boom blijven hangen. Zij lijken op die van platanen. Op oudere leeftijd heeft het takkenstelsel een grillige vorm.
De amberboom wordt bij ons vooral geplant om zijn prachtige herfstkleur, waarvan we wekenlang kunnen genieten.
Standplaats
De amberboom komt het meest tot zijn recht als solitair voor lichte muren of schuttingen, lichtgroene planten en op gazons. Hij staat ook prachtig aan een vijver waar hij zich in het water kan spiegelen.
Amberboom heeft veel licht nodig en groeit het beste op een voedingsrijke, licht zure bodem die waterdoorlatend is. Onderbeplanting is niet gunstig omdat hij van een open grond houdt.
Snoeien
Het is aan te bevelen om een amberboom te planten die 2 of 3 jaar oud is en dan de harttak zo snel mogelijk te verwijderen om misvorming op latere leeftijd te voorkomen. Snoeien kun je van begin november tot begin maart. Dood hout kan tijdens de zomer verwijderd worden.
Verplanten zal amberboom kwalijk nemen. Dus plant hem meteen op de plek waar hij volwassen kan worden.
Van ziektes heeft hij geen last.
Gebruik
De amberboom levert een hars die voor de parfumproductie gebruikt wordt. In de VS gebruikt men het ook voor kauwgom (sweet gum) en voor het aromatiseren van snoep, dranken en tabak.
In het verleden was het hars een bestanddeel van schoencrème.
In de volksgeneeskunde is het hars een onderdeel van producten tegen verkoudheid en huidziektes.
Het roodbruine hout wordt gebruikt voor fineer en meubels.
Soorten
De treurvorm 'forma pendula' heeft hangende takken.
De Oosterse amberboom (Liquidambar orientalis) is inheems in Klein-Azië. Hij wordt daar 10 m hoog. Hij heeft kurklijsten aan meerjarige twijgen.
Liquidambar formosana var. monticola kan een hoogte van 20 m bereiken. Hij is inheems in het zuiwesten van China. Bij ons is hij goed bestand tegen vorst.